Binnen is
het donkerder dan de avondschemer buiten. De vloer bestaat uit afgetrapte
planken. Achter de bardame gloeit flauw een paarse reclame. Aan de bar staan een
paar verschillende soorten krukken. Er hangen vijf mensen, verderop is ruimte
voor twee biljarts die er niet staan. Alle hoofden draaien mijn kant uit. Zonder
dokterstas in mijn hand zou ik deze gelegenheid nooit zijn binnengelopen. Maar
er is gebeld dat er iemand ligt te creperen van de buikpijn, patiënt van een
collega. Iedereen zwijgt en kijkt naar mij.
'Ik kom voor de zieke,' zeg ik al bij de deur. Ik loop liever niet te ver door.
'Dan moet u daar de trap op', wijst de bardame naar rechts. De treden zijn zo
uitgesleten dat ze doorbuigen. Op de overloop zie ik een alkoof met een kapot
matras en vette dekens. Moet hier iemand slapen of zit ik in een film. Achter
een deur hoor ik stemmen. De kamer die ik nu binnenga heeft vloerbedekking. In
een twijfelaar met schone dekens en lakens ligt een man van ongeveer dertig
jaar. Het lijkt wel of er hond op zijn buik ligt, zo dik is hij. Naast het bed
staat een iets jongere vrouw.
'Goed dat u gekomen bent, dokter. Hij houdt het niet meer.' Hij verrekt van de
buikpijn. Terwijl ik hem onderzoek, krijg ik te horen dat hij vanwege pijn in
zijn heup wel vijftien pijnstillers per dag heeft genomen. Van het soort waar je
een maagzweer van kunt krijgen. En inderdaad, wanneer ik zijn maag aftast,
probeert hij mijn hand weg te duwen.
Een paar jaar geleden dachten we nog dat maagzweren met stress hadden te maken. Barry Marshall, de arts die ontdekte dat er vaak een bacterie in het spel was, werd uitgelachen, zwartgemaakt en het lukte hem niet om zijn onderzoek in een wetenschappelijk tijdschrift te krijgen. Hij heeft er vijf jaar over gedaan om zijn boodschap door te laten dringen. Vijf jaar trekken en duwen, tegen een muur van ongelovige collega's. Nu schrijven we antibiotica voor of we nooit anders hebben geleerd. Het maakt mij altijd een beetje bescheiden. Welke behandeling die we nu doodnormaal vinden, zal over twee of tien jaar volkomen onzin blijken te zijn? Hoe komen we erbij om onze aderlatende collega's van vroeger uit te lachen? Straks worden wij zelf uitgelachen.
Bij deze
man komen zijn klachten overduidelijk van de medicijnen die hij heeft genomen
vanwege zijn heup. Een bijwerking dus, geen bacterie. Ik leg hem en zijn vrouw
uit wat er aan de hand is en schrijf medicijnen voor die de aanmaak van maagzuur
remmen zodat de maagwand tot rust kan komen. Natuurlijk moet hij onmiddellijk
stoppen met de pijnstillers. Met de klachten over zijn heup kan hij overdag naar
zijn eigen dokter, daar is de dienst niet voor.
'Ik dacht even dat u in dat bed op de gang slaapt', zeg ik.
'Bent u bedonderd, ik ben geen beest', reageert hij boos.
'Daar slaapt onze kostganger', zegt zijn vrouw.