'Dokter, ik heb zo’n pijn aan mijn duim.' Mevrouw Goossens wijst op de muis van haar rechter duim. 'Vooral aan het eind van de dag begint het. Dan heb ik er de hele avond last van. 'sMorgens gaat het wel weer.' Ze komt meestal voor een van de kinderen, nu 9 en 11 jaar, zelf is ze 34. Ik onderzoek haar onderarm, pols en hand, want het probleem zit niet altijd op dezelfde plek als de pijn. Ondertussen stel ik wat vragen. Ze heeft er sinds een week of zes last van, het wordt eerder erger dan minder. Nee, er is niets bijzonders gebeurd. Ja, ze werkt, vier dagen per week, met een computer. Wanneer ik haar rechter duim tegenhoud en haar vraag om deze te buigen, zegt ze dat het pijn doet. Als ik op de muis van de duim druk, krijgt ze pijn. Links gaat dat allemaal goed.
'Ik denk dat u RSI heeft', zeg ik tegen haar.
'Maar ik werk helemaal niet met een muis', antwoordt ze verbaasd.

De termen RSI en muisarm worden heel vaak door elkaar gebruikt, dat heeft mevrouw Goossens goed gezien. Een mus is een vogel, maar lang niet alle vogels zijn mussen. Repetitive Strain Injury (RSI) is een grote vergaarbak. Het woord betekent: aandoening als gevolg van steeds herhaalde belasting. Je kunt het ook van breien krijgen, of aan een lopende band. Als je maar lang genoeg achter elkaar dezelfde bewegingen uitvoert. Een paar jaar geleden kregen caissières massaal last van hun schouders en ellebogen. In het nieuwe kassa-systeem zaten ze met hun gezicht naar de winkel en hadden ze maar één arm vrij om de boodschappen te verplaatsen. Nu zitten met hun gezicht naar de klant en kunnen ze twee armen gebruiken. Ook bij muzikanten en postsorteerders komt RSI veel voor. Maar dat alles wordt overspoeld door de enorme hoeveelheden mensen die te lang achter elkaar aan een computer werken. Mevrouw Goossens werkt niet met een muis, maar ze zit wel acht uur per dag aan een toetsenbord, met drie pauzes. Ze is een beetje verbaasd als ik haar uitleg dat ze, ook zonder muis, minstens een keer per uur vijf minuten moet stoppen; en liever wat vaker. Tenminste, als het over is.

'En hoe gaat het over?', vraagt ze. Dat weten we niet zo goed. Er wordt een heleboel gesleuteld aan patiënten: fysiotherapie, speciale polssteunen, aangepast meubilair, alternatieve behandelingen. Dat kost heel veel geld, soms voor de patiënt zelf, maar van geen enkele aanpak is bewezen dat het helpt, aldus de Gezondheidsraad. Het gezond verstand zegt: als het van te veel komt, moet het minder. Dus ik geef mevrouw Goossens het advies om niet aan haar toetsenbord te werken tot ze een paar dagen geen last meer heeft; ik verwacht dat het een tot twee weken zal duren voor het zo ver is, en ik hoop dat haar bedrijfsarts het daarmee eens is.

En als ze wel met een muis zou werken? Dan had ze een muisduimmuis.